Tweede en derde spoor traject
Uitval en de bijbehorende re-integratie is voor een medewerker een impactvolle gebeurtenis. Zorgvuldigheid en aandacht zijn essentieel om tot een duurzame oplossing te komen. Een oplossing waarbij de medewerker weer tot bloei komt.
Dit maakt tweede en derde spoor re-integratie via Bloeij uniek:
-
Onze adviseurs hebben meer tijd voor jouw medewerker en voor afstemming met de organisatie.
-
Groot netwerk en kennis van de sectoren onderwijs, cultuur, zorg en overheid.
-
Conform Wet verbetering poortwachter.

50%+
succesvolle re-integratie
2.000+
organisaties in het netwerk
500+
medewerkers begeleid
Meer tijd voor begeleiding
Bij re-integratie is zorgvuldigheid en empathie cruciaal. Bij Bloeij geven we onze adviseurs zo’n 30% meer tijd voor begeleiding van de medewerker en afstemming met de organisatie. Medewerkers krijgen extra tijd voor coachingsgesprekken, netwerken en ontwikkeling. Door een omgeving te creëren waar medewerkers zich veilig en gehoord voelen, zijn wij in staat om hen te begeleiden naar nieuw werk(geluk).

Toegang tot een groot en relevant netwerk
Bloeij is onderdeel van Driessen Groep. Een familie van bedrijven die al ruim 27 jaar werken voor organisaties in het onderwijs, de zorg en de overheid. Dit landelijke netwerk met ruim 2000 organisaties maakt re-integratie makkelijker.

Wet verbetering poortwachter
Door snel en effectief conform de Wvp in te grijpen bij langdurig zieke medewerkers, helpen wij niet alleen organisaties, maar ook medewerkers. Want onze succesvolle re-integraties en mensgerichte begeleiding zorgen ervoor dat medewerkers hun (werk)geluk hervinden.

Tweede spoor traject
-
Activerende begeleiding naar een nieuwe passende werkplek.
-
Uitgebreid aanbod testen, e-learning en interventies.
-
Persoonlijk digitaal re-integratieplatform.
Derde spoor traject
-
Activerende begeleiding naar een nieuwe passende werkplek.
-
Uitgebreid aanbod testen, e-learning en interventies.
-
Persoonlijk digitaal re-integratieplatform.

Veelgestelde vragen
De Wet Verbetering Poortwachter verplicht de werkgever en medewerker om een arbeidsongeschikte medewerker te re-integreren, binnen of buiten de eigen organisatie. Lukt dit niet binnen de eigen organisatie (spoor 1 re-integratie), dan wordt tweede spoor re-integratie ingezet. Een tweede spoor re-integratietraject richt zich dus op begeleiding naar passend werk buiten de eigen organisatie.
Een derde spoor re-integratietraject van Bloeij zetten werkgevers in die eigen risicodrager zijn voor de WGA. Het traject is erop gericht om ex-medewerkers die na de WIA beoordeling nog (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn, maar wel mogelijkheden hebben, te helpen bij een passende en duurzame nieuwe werkplek. Dit zorgt niet alleen voor kostenverlaging voor de ex-werkgever, maar ook een hoger totaalinkomen voor de medewerker.
Het is de verplichting van de werkgever om een tweede spoor traject in te zetten zodra re-integratie in spoor 1 niet lukt of gelukt is. Dit gebeurt vaak rondom de eerstejaarsevaluatie, maar het kan ook eerder. Veel organisaties kiezen ervoor om dit door een externe partij te laten uitvoeren omdat zij zelf de expertise niet hebben. Zelf uitvoeren mag overigens wel. De werkgever is verplicht om het tweede spoor in te zetten, ten minste binnen 6 weken nadat een arbeidsdeskundige (of andere medisch deskundige) dit adviseert.
Een medewerker is, net als de werkgever, aan de Wet verbetering Poortwachter te houden. De medewerker is verplicht er alles aan te doen om herstel te bevorderen. Hij/zij moet passende arbeid aanvaarden en is verplicht zich te houden aan de afspraken uit het plan van aanpak. Als de werkgever het nodig acht in het belang van de re-integratie dient de medewerker een opleiding te volgen. Uiteindelijk is de medewerker verplicht om een nieuwe functie te accepteren onder het opleidingsniveau en/of werkervaring.
De medewerker hoeft in het eerste half jaar geen werk te accepteren dat niet passend is. Ook is het gebruikelijk dat de werkgever een tweede spoor re-integratiebureau kiest, is er twijfel, dan kan de werknemer om een ander bureau verzoeken. Heeft de medewerker het idee dat een traject niet goed verloopt, dan is er de mogelijkheid om bij het UWV een deskundigenoordeel aan te vragen.