-
Arbodienstverlening & interventies Re-integratie & mobiliteit Amplitie, workshop & training Inzicht & metingMeld je aan voor onze nieuwsbrief!Aanmelden
- Voor medewerkers
- Nieuws & inspiratie
- Contact
- Inloggen
Als een medewerker langdurig ziek is moet je als werkgever ineens nadenken over allerlei vragen. Kan de medewerker zijn/haar functie nog uitvoeren? Moet er iets aangepast worden? Welke taken kunnen nog wel en wat gaat misschien niet meer? Wat kan ik als werkgever doen? Vragen waar niet direct een passend antwoord op is. Door een arbeidsdeskundig onderzoek uit te voeren krijg je als werkgever én als medewerker meer duidelijkheid over de arbeidsmogelijkheden. Hiermee helpt het bij het opstellen van een passend re-integratieplan voor de medewerker.
Met een arbeidsdeskundig advies kun je samen verder, wat de uitkomst ook is. Tijdens het arbeidsdeskundig onderzoek stelt de arbeidsdeskundige vragen aan de werkgever én aan de medewerker. Het doel van het onderzoek is ontdekken of de medewerker op basis van de belastbaarheid kan terugkeren in eigen werk, of dat er naar een passend alternatief gezocht moet worden.
Het is raadzaam om een arbeidsdeskundig onderzoek uit te voeren tussen de 42e en 52e week van een verzuimtraject. Omdat het onderzoek input geeft voor het vervolg van het traject. Moet er bijvoorbeeld wat aangepast worden in de huidige functie, is een andere functie in de organisatie passend (te maken), of moet een tweede spoor traject opgestart worden? Een arbeidsdeskundig onderzoek is volgens de Wet Verbetering Poortwachter officieel niet verplicht. Het wordt echter wel sterk aangeraden om het in te zetten bij langdurig verzuim. Omdat de werkgever en medewerker volgens de wetgeving wél verplicht om gezamenlijk de nodige inspanningen te leveren om re-integratie te bespoedigen. Denk hierbij dus ook aan bijvoorbeeld het tweede spoor traject.
Een arbeidsdeskundig onderzoek kent verschillende stappen:
De arbeidsdeskundige verzamelt onder andere informatie over de werkgever, zoals het soort organisatie, de structuur en de beschikbare functies. En over de medewerker, zoals werkervaring, opleidingen Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) of Inzetbaarheidsprofiel (IZP).
De arbeidsdeskundige voert een individueel gesprek met de werkgever, een en met de medewerker en een gezamenlijk gesprek.
Indien nodig bezoek de arbeidsdeskundige de werkplek van de medewerker.
Soms zijn er vragen over het belastbaarheidsprofiel wat de bedrijfsarts opgesteld heeft. Dan kan een arbeidsdeskundige ervoor kiezen om contact te zoeken met de bedrijfsarts.
De arbeidsdeskundige schrijft een conceptrapport wat voorgelegd wordt aan werkgever en medewerker. Na feedback en akkoord van alle partijen wordt een definitief rapport opgeleverd. Dit rapport gebruik je als onderdeel van het re-integratieverslag voor de Wet Verbetering Poortwachter richting UWV.
Kies je voor Bloeij, dan kies je voor een transparant, duidelijk en onafhankelijk advies, op maat. Onze arbeidsdeskundigen hebben ruime ervaring in het vak én met de publieke sector. Zij weten wat belangrijk is en wat medewerkers en werkgevers in de sector nodig hebben en wat wél en niét werkt in de driehoek. Dat maakt dat zij vaak net dat stapje extra kunnen doen in advies, laat dat nou precies het stapje zijn wat vaak nodig is. vanzelfsprekend hebben al onze arbeidsdeskundigen een erkend diploma voor arbeidsdeskundige en zijn zij opgenomen in het registeren van SRA.