Is een medewerker al een tijdje ziek? Dan komt er veel op je af. Je wil het goed doen voor je medewerker én voor je organisatie, maar waar begin je? Kan iemand nog terug naar de oude functie? Zijn er aanpassingen nodig? Of is ander werk passender?
Een arbeidsdeskundig onderzoek helpt je hierbij. Het geeft helderheid over wat er nog wél kan en biedt handvatten voor een re-integratie die werkt. Voor iedereen.
Wat is arbeidsdeskundig onderzoek?
Een arbeidsdeskundig onderzoek is er om te kijken naar de mogelijkheden van je medewerker. Niet vanuit beperkingen, maar juist vanuit kansen. Een onafhankelijke arbeidsdeskundige kijkt samen met jou en je medewerker:
- Kan iemand terug naar het eigen werk, eventueel met aanpassingen?
- Of past een andere functie misschien beter, binnen of buiten je organisatie?
Zo’n arbeidsdeskundig onderzoek helpt je om keuzes te maken waar je écht iets aan hebt. Zodat je als werkgever goed voorbereid bent én je medewerker perspectief krijgt.
Wanneer zet je arbeidsdeskundig onderzoek in?
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is arbeidsdeskundig onderzoek is niet verplicht. Maar wél heel waardevol. Zeker bij langdurig verzuim. Het wordt vaak ingezet tussen de 42e en 52e week van het verzuimtraject. Dan heb je genoeg informatie om gericht te kunnen kijken naar de volgende stap.
Bijvoorbeeld:
- Wat zou de medewerker nog kunnen met de huidige belastbaarheid en wat is de prognose?
- Wat is er nodig om (gedeeltelijk) weer aan het werk te gaan?
- Is er binnen de eigen organisatie passend werk te realiseren, of is het slim om buiten de organisatie te gaan kijken?
Met het advies van de arbeidsdeskundige uit het arbeidsdeskundig onderzoek kun je verder bouwen aan een realistisch en duurzaam re-integratieplan en het biedt input voor het tweede spoor wanneer dat nodig blijkt te zijn.
Vier heldere vragen als uitgangspunt
Tijdens het onderzoek staan vier belangrijke vragen centraal:
- Kan de medewerker zijn of haar eigen werk (volledig) hervatten?
- Kan dat ook als we het werk aanpassen?
- Is er ander passend werk binnen de organisatie?
- En zo niet: wat voor werk zou buiten de organisatie passend zijn?
Het antwoord op deze vragen geeft richting. Het brengt rust, duidelijkheid én beweging.
De 5 stappen van arbeidsdeskundig onderzoek
- Voorbereiding: we verzamelen informatie over je organisatie en je medewerker. Denk aan werkervaring, opleiding en het belastbaarheidsprofiel (FML of IZP).
- Gesprekken: de arbeidsdeskundige spreekt eerst apart met jou en je medewerker. Daarna volgt een gezamenlijk gesprek. Zo komen alle perspectieven aan bod.
- Werkplekbezoek (indien nodig): soms is het nodig om de werkplek te bekijken. Wat vraagt het werk precies, fysiek en mentaal?
- Overleg met de bedrijfsarts: zijn er vragen over de belastbaarheid? Dan neemt de arbeidsdeskundige contact op met de bedrijfsarts.
- Rapportage: je ontvangt eerst een conceptadvies. Na akkoord volgt een heldere rapportage, waar jullie direct mee verder kunnen.
En hoe doet Bloeij dat?
Wij kijken altijd naar wat wél kan. Onze arbeidsdeskundigen zijn ervaren, onafhankelijk en bovenal betrokken. Ze denken niet alleen in regels, maar vooral in mogelijkheden. Wat heeft jouw medewerker nodig om te kunnen bloeien? En hoe kun jij daar als werkgever aan bijdragen?
Daar gaan we samen naar op zoek. Open, zorgvuldig en met oog voor mens én werk. Een arbeidsdeskundig onderzoek bij Bloeij is meer dan een checklist, het is een kans om écht het verschil te maken.
Meer weten?
Heb je vragen of wil je sparren over de inzet van een arbeidsdeskundig onderzoek in jouw organisatie? Neem gerust contact met ons op. We denken graag met je mee, op een manier die bij jullie past.
